Naar Index Is de Wm-vergunning vervallen ?

 

Jurisprudentie

 

Va. Afd. bestuursrechtspraak 7 januari 2004

Verval vergunning nu stal niet binnen drie jaar is voltooid en in werking gebracht.

 

Vindplaats
200308270/1, StAB 2004/2, 42

Regelingen
Wm art. 8.18

Casus
Aan een varkenshouderij is een revisievergunning verleend. Deze stond een uitbreiding toe met een stal van twee etages welke ruimte zou bieden aan 14.000 varkens. Na drie jaar is van het gebouw slechts een deel gerealiseerd (de kelder en enkele zijmuren) waarin circa 400 varkens worden gehouden. Het bevoegd gezag legt een dwangsom op.

Rechtsvraag
Is de revisievergunning van rechtswege vervallen?

Uitspraak
Ja. Uit de feiten leidt de Voorzitter met een summiere motivering af dat de vergunde stal niet is 'opgericht en in werking is gebracht' conform de vergunning en deze vergunning derhalve is komen te vervallen. Er is geen sprake van een constructie bedoeld en geschikt om als stal te gebruiken.

Commentaar auteur
De jurisprudentie inzake het van rechtswege vervallen van een vergunning is erg casuďstisch. Het heeft wel iets weg van de jurisprudentie rond het inrichtingenbegrip. In deze zeek kan wellicht worden geconcludeerd dat de vergunde situatie nog maar voor een zeer beperkt deel was gerealiseerd. Er zijn echter ook vele situaties waarbij de realisatie wel grotendeels heeft plaatsgevonden. De vraag is hoe je daar mee om moet gaan en het omslagpunt ligt. In een andere uitspraak inzake een overkapping van een jachthaven(ABRvS 6 mei 2004, nr. 200307245, ook op deze site) ontbrak slechts een klein deel, hetgeen door de Afdeling werd gladgestreken en waarbij werd geoordeeld dat geen sprake was van een van rechtswege vervallen van de vergunning.
De betrekkelijke onvoorspelbaarheid van uitspraken is voor de praktijk ongewenst. Nog meer ongewenst is het, dat na vele jaren kan worden geoordeeld dat een vergunning reeds lang geleden is vervallen. Het wordt daardoor ook sterk ontmoedigd om een vergunning aan te vragen waarmee men een aantal jaren vooruit kan, indien realisering binnen drie jaren (met enige speling op basis van art. 8.18 lid 2 Wm, een mogelijkheid waarvan naar mijn idee vrijwel nooit gebruik wordt gemaakt) niet geheel zeker is. De Afdeling wordt gedwongen tot interpretaties die op gespannen voet staan met de wet: art. 8.18 Wm vereist immers dat de inrichting is voltooid en in werking gebracht conform de vergunning. Uit genoemde andere uitspraak blijkt dat de Afdeling in het geval van een voldoende realisering deze beschouwt als geheel voltooid hoewel dat feitelijk dus niet juist is. Taalkundig eist art. 8.18 Wm immers een 100% realisering, waarbij ik mij overigens afvraag wat nu eigenlijk het verschil is tussen 'voltooiing' en 'in werking brengen'.
In de praktijk zijn er naar mijn idee talloze situaties waarin geen sprake is van een complete realisering en de facto zouden al deze vergunningen derhalve (na drie jaren) zijn komen te vervallen. Ook uit de bewoordingen van de Voorzitter in deze uitspraak blijkt immers dat de enige conclusie kan zijn dat de vergunning geheel is komen te vervallen, deze kan niet in stand blijven voor het wél gerealiseerde deel.
Dit schemergebied is slecht werkbaar, en de onduidelijkheid is ook volkomen onnodig. De wetgever zou er beter aan doen om het verval van rechtswege te schrappen en dit te vervangen door een bevoegdheid om een vergunning bij een niet-gehele realisering na drie jaren, (geheel of gedeeltelijk) in te trekken. Dit temeer omdat ikzelf nauwelijks andere wetten ken waarin het vervallen vern rechtswege is opgenomen. De sanctie vind ik sowieso erg zwaar vind. De mogelijkheid om vergunningen in te trekken komt wel in talloze wetten voor en daar kan beter bij worden aangesloten. Dan kan een betere belangenafweging plaatsvinden en dan zijn we ook van de problemen af zoals die zich voordeden in onderhavige casus, te weten dat ná de constatering door het bevoegd gezag, de vergunninghouder in een hoog tempo ging werken aan de verdere voltooiing. Er was immers een geldige bouwvergunning. Maar er is blijkbaar geen Wm-vergunning.

Aanvullend commentaar werkgroep
Een vergunning komt na drie jaar totaal te vervallen. Dergelijke problemen doen zich doorgaans door bij agrarische vergunningen. Reden van het laten vervallen is volgens de werkgroep duidelijk en gewenst, het voorkomen van het claimen van ruimte voor de toekomst. Als je een langere termijn nodig hebt om je inrichting te realiseren kun je altijd nog vragen om verlening van deze termijn (art. 8.18 lid 2 Wm).