Jurisprudentie
Afd.
bestuursrechtspraak Raad van State 4 mei 2005
Milieuvergunning voor Onze Lieve Vrouwetoren Amersfoort (kerktoren
met carillon)
Vindplaats
www.raadvanstate.nl, ABRvS 2004096431/1
Regelingen
Wm art. 8.10 e.v.
Casus
Gemeente Amersfoort heeft een milieuvergunning verleend voor het
oprichten en in werking zijn van de Onze Lieve Vrouwetoren met
carillon en zevengelui. Omwonenden ondervinden overlast van het
carillon en hebben bezwaar tegen de geluidsvoorschriften. De
gemeente heeft de vergunning verleend, ondanks dat uit een
akoestisch onderzoek blijkt dat het carillon en zevengelui meer
geluidsbelasting veroorzaakt dan zij gebruikelijk toestaat.
"Die geluidsbelasting zou door het dempen van de klokken of het
dichtzetten van galmgaten in de toren kunnen worden gereduceerd,
maar dergelijke maatregelen acht verweerder, gelet op de daarmee
gepaard gaande aantasting van de klankkleur niet wenselijk. Aan de
bespelingen, die vanouds plaatsvinden, wordt grote culturele waarde
gehecht en het carillon wordt ook door de Nationale Beiaardierschool
gebruikt. Daarom acht verweerder het staken van de bespelingen
onwenselijk."
De gemeente heeft vervolgens op basis van "uitgangspunten"
gedetailleerd speeltijden vastgelegd in de vergunning. Daarbij is
rekening gehouden met het klachtenpatroon.
Rechtsvraag
Heeft de gemeente de vergunning op deze manier kunnen verlenen,
gezien art. 8.10 en 8.11 Wm?
Uitspraak
Ja, de gemeente heeft een zekere beoordelingsvrijheid, in het
bijzonder "nu de geluidveroorzakende activiteit een bijzondere
historische en culturele betekenis heeft. Verweerder heeft in
redelijkheid het standpunt kunnen innemen dat geluidreducerende
voorzieningen onwenselijk zijn bij een carillon." Geen
aanknopingspunten om aan te nemen dat minder speeluren of andere
speeltijden hadden moeten worden vergund.
De Afdeling vult alleen de voorschriften aan, zodat daarin nu
geregeld is dat het carillon alleen tussen 09.00 en 21.45 uur
gebruikt mag worden, wat ook eigenlijk de bedoeling was van de
gemeente.
Commentaar auteur
Ik tref maar één andere uitspraak aan over een vergunningplichtig
carillon, uit 1983 (AB 1983/387
KB van 13 mei 1983 nr. 129 (m.nt. FO)). Toen gold nog de Hinderwet.
Daarin constateerde de Raad van State voor het eerst dat een
carillon ook hinderlijk kon zijn.
Het is nu ongebruikelijk dat er een vergunning wordt verleend voor
een kerktoren, omdat kerkgebouwen onder het Besluit woon- en
verblijfsgebouwen milieubeheer vallen. De Onze Lieve Vrouwetoren is
als een afzonderlijke inrichting beschouwd, omdat de bijhorende kerk
al lang geleden is afgebroken.
Verder valt op dat de Afdeling het beroep van de gemeente op de
historische en culturele betekenis van het carillon honoreert. Past
dat binnen het kader van de Wet milieubeheer?
Aanvullend commentaar werkgroep
Uit de uitspraak blijkt niet of de gemeente bij het formuleren van
geluidsvoorschriften afwijkt van grens- of richtwaarden. Bij
afwijken van richtwaarden heeft de gemeente nog de mogelijkheid om
gemotiveerd af te wijken, bij grenswaarden niet.
De werkgroep is echter kritisch over het feit dat de Afdeling het
beroep op de bijzondere historische en culturele betekenis van het
carillon ("verruimde reikwijdte"?) honoreert.
|