Jurisprudentie
Afd.
bestuursrechtspraak Raad van State, 19 april 2006
Een
weiland maakt in dit geval wél deel uit van een inrichting.
www.raadvanstate.nl, 200508529/1 (ABRvS 19 april 2006)
Regelingen
Wet milieubeheer, art. 1.1
Casus
Een melkrundveebedrijf in de gemeente Hulst bestaat (onder meer) uit
een stal met 311 koeien en een aansluitende uitloopweide van 1
hectare. De buurman maakt bezwaar tegen de oprichtingsvergunning,
omdat hij geen gebruik meer kan maken van zijn terras, door de
overlast van de koeien in de uitloopweide.
Rechtsvraag
Maakt het weiland deel uit van de inrichting?
Uitspraak
Ja. De weide wordt gezien de omvang en het aantal dieren waarvoor de
vergunning is verleend niet extensief gebruikt en maakt om deze
reden deel uit van de inrichting. De vergunning is in strijd met
art. 1.1 Wm verleend.
Commentaar auteur
Een witte raaf, deze uitspraak, want landerijen, boomgaarden en
weilanden worden over het algemeen niet tot de inrichting gerekend.
Een milieuvergunning of 8.40 AMvB heeft meestal alleen betrekking op
de overige onderdelen van een agrarisch bedrijf, zoals opslag van
gevaarlijke stoffen.
De sleutel is het criterium of het land extensief wordt gebruikt.
Dat is bij dit bedrijf blijkbaar niet het geval. 311 Koeien delen
één hectare uitloopweide. Dat is gemiddeld 32 vierkante meter per
koe.
Hoe zal de Afdeling over het gebruik van de buitenruimte door kippen
of paarden denken? Zie voor een vergelijking met varkens 21 augustus
2002 en het commentaar op de huidige uitspraak in de Nieuwsbrief
MilieuRecht nr. 13, 22 juni 2006.
Een melkrundveehouderij valt meestal onder het Besluit
melkrundveehouderijen milieubeheer. Dit bedrijf is echter
vergunningplichtig geworden door uitbreiding van het aantal koeien.
|